Wrijf de schar aan beide kanten in met zout en peper. (Tip: doe dit, als er meerdere vissen gebakken moeten worden, niet meteen met alle. Zout trekt vocht aan en de wachtende vissen worden langzaam steeds natter.)
Giet een laag olie in een grote koekenpan. Niet kinderachtig zijn met de hoeveelheid, doe er minstens een halve centimeter in, meer mag, vis moet zwemmen!
Verhit de olie op een hoge hittebron en leg – als de olie heet is ( er moet net geen rook af komen) – de schar midden in de koekenpan. Let op: Als de schar nu vast aan de bodem plakt komt dat later vanzelf goed! Probeer dus niet om de schar te verschuiven want dan laat het vel los (dat is uitgezet door de hete olie en het zit daardoor tijdelijk niet vast aan het visvlees).
Zet de hittebron lager. Tip: Hoe laag leert de ervaring, het hangt af van de dikte van de vis en de dikte van de bodem van de gebruikte pan. Kies om te beginnen de middelste stand van de hittebron.
Het is nu de kunst om de schar aan één kant tegelijkertijd mooi bruin en gaar te bakken. Laat de schar daarvoor (enkele minuten) met rust. Wacht tot randen licht bruin worden en de schar vanzelf van de bodem loslaat. Schud voorzichtig aan de pan.